Peuters 2-4 jaar
Op peuterleeftijd worden veel nieuwe vaardigheden geleerd. Het lopen wordt verder uitgebreid en er wordt overgegaan op rennen, uw peuter leert springen en uw peuter komt in aanraking met gooien en vangen.
Ook in deze leeftijdsgroep is veel variatie in bewegen te zien, de ene peuter leert nieuwe vaardigheden snel en de andere peuter heeft hier iets meer tijd voor nodig.
De onderstaande indicaties kunnen door de kinderfysiotherapeut behandeld worden:
ā
- Veel struikelen en/of een houterige motoriek;
- Een motorische ontwikkelingsachterstand;
- Tenen lopen;
- Moeite met het leren van nieuwe vaardigheden zoals springen, gooien, vangen;
- Een afwijkend looppatroon, of wanneer u zich zorgen maakt over het looppatroon van uw kind;
- Problemen met fijne motoriek zoals het hanteren van een potlood, tekenen, knutselen of kralen rijgen;
- Pijn of angst bij bewegen.